Artikelen

Spontane-taalanalyse bij afasie

Auteurs

  • R.S. Prins Leerstoelgroep Psycholinguïstiek en Taalpathologie / Amsterdam Center for Language and Communication (ACLC), Universiteit van Amsterdam
  • R. Bastiaanse Graduate School for Behavioral and Cognitive Neurosciences (BCN), Rijksuniversiteit Groningen

Samenvatting

In dit artikel wordt een kritisch overzicht gegeven van de verschillende methoden die momenteel worden gebruikt bij de analyse van spontane taal bij afatische patiënten. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen semi-spontane taal (beschrijven van situatieplaatjes of het navertellen van een sprookje) en 'echte spontane taal (gesprekken en interviews met open vragen). Beide soorten spontane taal kunnen geanalyseerd worden met behulp van twee typen meetinstrumenten: beoordelingsschalen en gekwantificeerde linguïstische variabelen. De voor- en nadelen van de belangrijkste meetinstrumenten die worden gebruikt bij communicatief/pragmatische analyse, conversatie-analyse en linguïstische analyse worden besproken. Bij deze bespreking wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de (ecologische) validiteit en betrouwbaarheid van de gebruikte meetinstrumenten. Geconcludeerd wordt dat de meeste analysemethoden ongeschikt zijn om veranderingen in de spontane taal bij individuele patiënten vast te stellen. Aan het slot van het artikel worden enkele algemene richtlijnen gegeven voor verder onderzoek, waarbij met name wordt gewezen op het belang van de relatie tussen spontane-taalanalyse en therapie.


Gepubliceerd

2001-03-01

Nummer

Sectie

Artikelen