Artikelen

Het begrip van pronomina bij mensen met de ziekte van Parkinson

Auteurs

  • Hendrikje Ziemann Afdeling Taalwetenschap, Rijksuniversiteit Groningen & Institut für Niederlandistik, Universität Oldenburg
  • Roel Jonkers Afdeling Taalwetenschap, Rijksuniversiteit Groningen
  • Esther Ruigendijk Institut für Niederlandistik, Universität Oldenburg

Samenvatting

We hebben onderzoek gedaan naar het begrip van reflexieve (sich = ‘zich/zichzelf’) en persoonlijke voornaamwoorden (ihn/ihr = ‘hem/haar’) in het Duits bij mensen met de ziekte van Parkinson. Mensen met de ziekte van Parkinson hebben een neurologische stoornis in de basale ganglia. Deze basale ganglia werken samen met de frontaalkwab. Onderzoek bij agrammatisme heeft laten zien dat een stoornis in de frontaalkwab het begrip van voornaamwoorden kan verstoren (Blumstein, Goodglass, Statlender & Biber, 1983; Grodzinsky, Wexler, Chien, Marakovitz & Solomon, 1993; Ruigendijk, Vasic & Avrutin, 2006). We hebben onderzocht of mensen met de ziekte van Parkinson bij wie niet de frontaalkwab, maar de daarmee samenwerkende basale ganglia beschadigd zijn, ook problemen met het begrijpen van voornaamwoorden hebben. Voor dit doel werd bij 13 Duitstalige sprekers met de ziekte van Parkinson het begrip van reflexieve voornaamwoorden vergeleken met dat van persoonlijke voornaamwoorden waarbij rekening werd gehouden met de invloed van de syntactische structuur. Het onderzoek leverde resultaten op die vergelijkbaar zijn met eerder gevonden resultaten bij mensen met een agrammatische afasie (Ruigendijk & Avrutin, 2003; Ruigendijk et al., 2006). Reflexieve voornaamwoorden werden beter begrepen dan persoonlijke voornaamwoorden. Bovendien werden reflexieve en persoonlijke voornaamwoorden in ingebedde zinnen slechter begrepen dan in transitieve zinnen en Exceptional Case Marking-zinnen (ECM).

Gepubliceerd

2013-09-26

Nummer

Sectie

Artikelen