Artikelen

Het effect van lexicale beperkingen op spontane stotterspraak

Auteurs

  • M. Koopmans Afdeling Taal en Spraak, Universiteit Nijmegen (KUN)
  • I. Slis Afdeling Taal en Spraak, Universiteit Nijmegen (KUN)
  • T. Rietveld Afdeling Taal en Spraak, Universiteit Nijmegen (KUN)

Samenvatting

Uit eerder onderzoek bij stotteraars is gebleken dat syntactische planning tot uiting kan komen in het patroon van stotteren: in spontane spraak wordt, ten eerste, vaker op functiewoorden gestotterd dan in voorgelezen spraak en, ten tweede, relatief veel gestotterd op functiewoorden aan de aanvang van deelzinnen. Het doel van dit onderzoek is door middel van variatie in lexicale restrictie na te gaan of stotteren ook aanwijzingen kan verschaffen over zinsplanning die voornamelijk door lexicale processen gestuurd wordt. Aan 10 stotteraars zijn telkens series van drie plaatjes getoond, waarin een aantal inhoudswoorden waren aangegeven. De taak was elke serie te beschrijven met gebruik van deze gegeven woorden. In deze (P+) taak, (experimentele conditie) werd gemiddeld vaker gestotterd dan in de spraak op basis van dezelfde plaatjes zonder woorden (P-), normale spontane spraak INS] en voorgelezen spraak (V+), (controle condities). Een belangrijk effect bij de experimentele conditie was dat juist op inhoudswoorden aan het begin van deelzinnen veel gestotterd werd. Hieruit concluderen we dat bij actieve zinsbouw niet alleen syntactische constructies maar ook lexicale items gepland kunnen worden over eenheden ter grootte van een deelzin. Het lijkt erop dat de vrijheid van woordkeuze verband houdt met het patroon van stotteren en dat een beperking van deze vrijheid de stotterfrequentie kan verhogen.

Gepubliceerd

1994-06-01

Nummer

Sectie

Artikelen