Artikelen

De taalvaardigheid van eentalige en tweetalige Brusselse kleuters en lagere-schoolleerlingen in kaart gebracht

Auteurs

  • I. Zink Dienst Neus-, Keel- Oorziekten, Universitair Ziekenhuis St. Rafaël, Leuven
  • A. Schaerlaekens Dienst Neus-, Keel- Oorziekten, Universitair Ziekenhuis St. Rafaël, Leuven

Samenvatting

Logopedisten krijgen steeds meer met tweetalige kinderen te maken. De taalontwikkeling bij deze kinderen verloopt immers niet noodzakelijk op dezelfde wijze als bijeentalige leeftijdgenoten. Toch is iedereen het er overeens dat tweetaligheid niet als pathologie kan worden beschouwd. Wanneer erechter aan tweetalige kinderen dezelfde eisen worden gesteld als aan eentalige leeftijdgenoten kan dit voorproblemen zorgen. Dit artikel beschrijfteen onderzoek naar de taalvaardigheid van eentalige en tweetalige Brusselse kleuters. De evolutie van de woordenschat van eentalig Nederlandstalige kinderen, simultaan tweetalige kinderen (Nederlands/Frans) en jonge successief tweetalige kinderen (Frans thuis en Nederlands in de kleuterschool) werd nagegaan bij 3-, 4-, en 5-jarigen (1991-1993). Voor deze populatie werd een speciaal testinstrument ontworpen dat de receptieve en productieve woordenschat evalueert. Het testinstrument beoordeelt bovendien eveneens woordvorming, zinsbegrip en spontane taal van de kinderen. In dit artikel wordt enkel het onderdeel woordenschat besproken daar dat het meest uitgebreide testonderdeel is en daar de resultaten voor het onderdeel woordenschat representatief zijn voor de resultaten op de overige testonderdelen. In 1996 en 1997 gingen we aan de hand van een mondelinge enquête na hoe taalvaardig de kinderen uit het longitudinaal onderzoek op dit ogenblik zijn en welke resultaten zij op school behalen.


Gepubliceerd

1998-03-01

Nummer

Sectie

Artikelen