Artikelen

Gekruiste afasie bij rechtshandige kinderen

Auteurs

  • Peter Mariën Departement Neurologie, Algemeen Ziekenhuis Middelheim, Antwerpen, België Laboratorium voor Neurochemie en Gedrag, Born-Bitnge Stichting, Universiteit Antwerpen
  • Peggy Wackenier Departement Neurologie, Algemeen Ziekenhuis Middelheim, Antwerpen, België
  • Philippe Paquier Service de Neurologie, Hôpital Universitaire Erasme, Brussel en Departement NKO, Universiteit Antwerpen
  • Peter P. de Deyn Departement Neurologie, Algemeen Ziekenhuis Middelheim, Antwerpen, België Laboratorium voor Neurochemie en Gedrag, Born-Bitnge Stichting, Universiteit Antwerpen

Samenvatting

Gekruiste afasie bij rechtshandige volwassenen (GAR) is zeldzaam. De geschatte incidentie varieert tussen 0,38% en 3% (Hécaen et al., 1971, Carr et af., 1981) bij patiënten met vasculaire letsels. Bij kinderen daarentegen werd lange tijd aangenomen dat GA vaak voorkomt. Aan de basis van deze veronderstelling lag de opvatting dat de cerebrale dominantie voor taal niet aangeboren is maar zich tijdens de kinderjaren progressief voltrekt vanuit een “hemisferische equipotentialiteit'. Als gevolg van een onvolledige cerebrale dominantie voor taal werd aangenomen dat kinderen zowel na linker als rechter hemisfeerletsels een afasie kunnen ontwikkelen. Bij onderzoek van de literatuur sinds 1975 vonden wij in een verzameld corpus van 180 gevalsbeschrijvingen van GAR eehter slechts 5 kinderen (2.7%). Drie van hen bleken bovendien na analyse geen ondubbelzinnige diagnose van GAR toe te laten. In dit artikel worden de gedragsneurologische kenmerken van twee representatieve gevallen van verworven GAR bij kinderen besproken en wordt er een vergelijking gemaakt met GAR bij volwassenen en met verworven kinderafasie. Verder wordt kort ingegaan op de reeds lang bestaande discussie of taaldominantie aangeboren is, dan wel berust op een progressief maturatieproces.


Gepubliceerd

2001-06-01

Nummer

Sectie

Artikelen