Artikelen

De spraakproductie van kinderen met een genetisch risico op dyslexie: de fonologische en spraakmotorische vaardigheden op een leeftijd van 41 maanden

Auteurs

  • Patricia Gulpen Universitair Medisch Centrum St. Radboud Nijmegen, Klinische Neurofysiologie (KNF) & Kinderneurologie (IKNC)
  • Ben Maassen Universitair Medisch Centrum St. Radboud Nijmegen, Medische psychologie

Samenvatting

Voor dyslectici is het een groot probleem dat de lees- en spellingsmoeilijkheden meestal worden gediagnosticeerd als de negatieve gevolgen zich al hebben aangediend. In de huidige studie werd onderzocht of reeds op een leeftijd van 41 maanden verschillen bestaan in de spraakproductie tussen kinderen met een genetisch risico op dyslexie en kinderen zonder een genetisch risico op dyslexie. Gevonden verschillen zouden als indicatoren kunnen worden gebruikt voor de vroegtijdige signalering van dyslexie. In totaal negen risico en tien controle kinderen werden onderzocht met een Benoemtaak en Nazegtaak (woorden en non-woorden). De verbale reacties van de kinderen werden fonetisch getranscribeerd. Vervolgens werden de geproduceerde fonemen en syllabestructuren geteld (onafhankelijke analyse) en vergeleken met de doeluitingen (relationele analyse). Samenvattend waren in beide groepen dezelfde ontwikkelingstendensen zichtbaar. Er werden geen significante verschillen gevonden in de fonologische en spraakmotorische vaardigheden tussen de risico en controle kinderen. Bij de Nazegtaak was wel een tendens te zien, dat controle kinderen meer profijt ondervonden van de lexicale status van een woord dan risico kinderen. Mogelijke verklaringen hiervoor zijn minder efficiënte woordrepresentaties in het mentale lexicon en/of problemen bij het samenstellen van spraakmotorische programma’s vanuit nieuwe fonologische codes bij kinderen met een genetisch risico op dyslexie.

Gepubliceerd

2005-12-01

Nummer

Sectie

Artikelen