Artikelen

De spraakmotorische component: aspecten van spraakontwikkelingsdyspraxie (SOD)

Auteurs

  • Ben Maassen Universitair Medisch Centrum St. Radboud, Interdisciplinair Kinderneurologisch Centrum/KNO/Medische Psychologie

Samenvatting

Klinische inzichten en onderzoek naar de onderliggende stoornissen van spraakdyspraxie (SD) bij volwassenen hebben geweldig geprofiteerd van cognitief-neuropsychologische en psycholinguïstische modellen van spraakproductie en -perceptie. Bij SD zijn drie psycholinguïstische stadia in het bijzonder betrokken: lexicale retrieval, fonologische codering en articulatie (zie Figuur 1). Het uiteenrafelen van deze processen vereist gecompliceerde experimentatie en experimentele technieken, die in het algemeen niet beschikbaar zijn in een klinische setting. Een zeer goed overzicht van onderzoek op dit gebied is te vinden in Level, Roelofs en Meyer (1999). In klinisch onderzoek worden typisch alle informatieverwerkingsprocessen die betrokken zijn bij taal- en spraakproductie, tegelijkertijd getest. Bijvoorbeeld, bij het benoemen van plaatjes zijn alle drie verwerkingsprocessen betrokken (visuele analyse en objectherkenning even voor lief nemend): ophalen van lexicaal concept en woord-vorm, fonologisch coderen en articuleren. Het afleiden van het onderliggende defect op basis van prestaties in deze complexe taak is alles behalve triviaal; foutieve interpretatie of lage inter-beoordelaarsbetrouwbaarheid vormen serieuze problemen.

Gepubliceerd

2003-12-01

Nummer

Sectie

Artikelen