Artikelen

Factoren in het tekstbegrip van dove kinderen

Auteurs

  • Loes N. Wauters Centre for Language and Cognition (CLCG), Faculty of Arts & Research School for Behavioural and Cognitive Neurosciences (BCN), University Medical Centre; University of Groningen
  • Agnes E.J.M. Tellings
  • Wim H.J. van Bon

Samenvatting

Dit artikel bespreekt onderzoek naar het begrijpend lezen bij dove leerlingen. De gemiddelde begrijpend leesscores van dove leerlingen blijken schokkend laag vergeleken met horende leerlingen. Om hiervoor een verklaring te vinden, zijn twee factoren onderzocht: woordidentificatie (‘technische leesvaardigheid’) en mode of acquisition. De woordidentificatiescores van de dove leerlingen zijn slechts iets lager dan die van de horende leerlingen, wat aangeeft dat hun problemen in begrijpend lezen niet geheel verklaard kunnen worden door problemen met woordidentificatie. Het tweede deel van het onderzoek richt zich daarom op mode of acquisition (MoA) dat verwijst naar het type informatie dat kinderen gebruiken bij het leren van woordbetekenissen. Woordbetekenissen kunnen geleerd worden via perceptie (door het waarnemen van datgene waar een woord naar verwijst), via talige informatie of via een combinatie van beide. De resultaten laten zien dat MoA een rol speelt in het begrijpend lezen van dove en horende leerlingen. Vooral woordbetekenissen die via talige informatie geleerd moeten worden, blijken lastig voor dove leerlingen. Echter, woorden die via perceptuele informatie geleerd kunnen worden, leveren ook problemen op. Deze resultaten geven aan hoe belangrijk een uitgebreid en toegankelijk taalaanbod is voor het opbouwen van de nodige woordenschat voor begrijpend lezen.

Gepubliceerd

2007-12-01

Nummer

Sectie

Artikelen