Artikelen

Taal en Geheugen bij mensen met het syndroom van Down

Auteurs

  • Marleen in ’t Veld Viataal, Nijmegen
  • Paul Eling NICI, RU Nijmegen

Samenvatting

Weeks en Elliott (1992) veronderstellen dat bij mensen met het Syndroom van Down taalperceptie via de rechterhemisfeer verloopt, terwijl de taalproduktie via de linkerhemisfeer gaat. Op basis van hun theorie zijn een aantal hypotheses geformuleerd over het begrijpen en naspreken van woorden en zinnen. Bij 13 personen met het Syndroom van Down (DS) en 14 personen met een verstandelijke handicap ten gevolge van een andere etiologie (NDS) werd taalbegrip en het direct en uitgesteld naspreken van woorden en zinnen onderzocht; daarbij werd ook het effect van visuele ondersteuning in de vorm van tekeningen geanalyseerd. Ìn de resultaten voor het begrijpen van taal bleken de twee groepen niet te verschillen. Mensen met DS bleken in vergelijking met NDS meer moeite te hebben met het direct naspreken van woorden en zinnen. Voor het uitgesteld naspreken werd alleen verschil gevonden voor het naspreken van woorden maar niet voor zinnen. Het aanbieden van visuele ondersteuning had voor beide groepen een positief effect op begrijpen, reproduceren en onthouden van informatie. Deze resultaten bevestigen de theorie van Weeks en Elliott niet.

Gepubliceerd

2005-06-01

Nummer

Sectie

Artikelen