Artikelen

Verminderde taalvaardigheid bij tweetalige ouderen

Auteurs

  • Anne Meijnderts Rijksuniversiteit Groningen
  • Roel Jonkers Rijksuniversiteit Groningen
  • Willem van Steenbrugge Flinders University of South Australia

Samenvatting

In dit onderzoek is de invloed van veroudering op de taalvaardigheid van negen tweetalige participanten in kaart gebracht. Alle participanten zijn naar Australië geëmigreerde Nederlanders en ze spraken in hun dagelijks leven hoofdzakelijk hun tweede taal en in mindere mate hun moedertaal.  Om te zien of veroudering leidt tot achteruitgaan in taal in verschillende modaliteiten en welke rol de tweetaligheid hierbij speelt zijn zowel de Akense Afasie Test (AAT; De Bleser, Willmes, Graetz & Hagoort, 1991), als de Engelse vertaling van de AAT (E-AAT; Miller, Willmes & De Bleser, 2000) afgenomen in twee verschillende testsessies. De resultaten van de participanten zijn vergeleken met de resultaten van de normgroepen van de reeds genoemde tests.


De participanten uit de huidige studie bleken op beide afnames op veel onderdelen lager te scoren dan de normgroepen. Een mogelijke verklaring hiervoor is de hogere gemiddelde leeftijd van de huidige groep. Een andere mogelijke verklaring is echter een gestagneerde tweedetaalverwerving van het Engels (door een gebrek aan formele educatie en het relatief laat beginnen met het verwerven van de tweede taal), gecombineerd met het weinig frequente gebruik van het Nederlands (vanwege het leven in een anderstalige omgeving).


De participanten scoorden in het Engels significant lager op het onderdeel Schrijftaal dan in het Nederlands. Dit is te verklaren vanuit het feit dat waarschijnlijk de meeste participanten juist de onderdelen lezen en schrijven in het Engels iets minder goed beheersen, door een beperktere formele educatie in het Engels. Op het onderdeel Benoemen werd op de Engelse versie juist beter gescoord dan in het Nederlands, wat te verklaren is vanuit een frequentie-effect: de participanten spreken een groot gedeelte van de tijd (zoals gemeten in een achtergrondvragenlijst) Engels. Hun benoemvaardigheid in het Nederlands is daarom achteruitgegaan. Op de andere onderdelen kwamen geen verschillen naar voren.


Een vergelijking tussen de scores op de MMSE in de Nederlandse en Engelse variant liet tot slot zien dat de MMSE niet volledig taalonafhankelijk is. Wanneer tweetalige proefpersonen hiermee getest worden is het daarom van groot belang dat de MMSE altijd in beide talen wordt afgenomen. 

Biografieën auteurs

Anne Meijnderts, Rijksuniversiteit Groningen

Master of Arts

Roel Jonkers, Rijksuniversiteit Groningen

PhD

Willem van Steenbrugge, Flinders University of South Australia

PhD

Gepubliceerd

2015-10-26

Nummer

Sectie

Artikelen