Artikelen

Vloeiendheid bij verworven kinderafasie: analyse van spontane conversationele taal van 25 patiënten

Auteurs

  • F. Paemelaire Dienst Logopedie en Afasiologie, Algemeen Ziekenhuis Maria Middelares, Gent
  • E. Poppe Revalidatiecentrum Grotenberge, Zottegem
  • Ph.F. Paquier Eenheid Toegepaste Neurolinguïstiek, Dienst Neus-, Keel- en Oorziekten, Departement Geneeskunde, Universiteit Antwerpen (UIA), Dienst Neurologie, Universitair Ziekenhuis Erasmus ULB, Brussel
  • W.L. Creten Laboratorium voor Biomedische Fysica, Universiteit Antwerpen (RUCA), België
  • J. van Borsel Centrum voor Gehoor- en Spraakrevalidatie, Universitair Ziekenhuis Gent
  • H.R. van Dongen Universiteit Gent en ZAfdeling Kinderneurologie, Academisch Kinderziekenhuis Sophia, Rotterdam

Samenvatting

Traditioneel wordt verworven kinderafasie (VKA) beschreven als niet vloeiend, niet zelden het gevolg van een rechterhemisfeerlaesie en met een goede prognose. De spontane conversationele taal van 25 kinderen (leeftijd tussen 4.11 en 14,5 jaar) met VKA werd geanalyseerd volgens de methode die Kerschensteiner et al. (1972) gebruikten bij volwassen afasiepatiënten. Het doel van deze studie was uit te maken of twee afzonderlijke groepen (vloeiend en niet vloeiend) konden onderscheiden worden via die methode. Een K-means clustering kon het bestaan van 2 afzonderlijke groepen met verschillende klinische beelden identificeren. De bevindingen van dit onderzoek gaan dus integen de traditionele beschrijving van het klinisch beeld en tonen aan dat die traditionele beschrijving voorbijgestreefd is. Bovendien zetten onze bevindingen duidelijk vraagtekens bij de hypotheses van equipotentialiteit en progressieve lateralisatie van taalfuncties.

Gepubliceerd

1999-03-01

Nummer

Sectie

Artikelen