Artikelen

Het type fonetogram en psychosociale consequenties bij vrouwelijke stempatiënten

Auteurs

  • Piet G.C. Kooijman Centre for Language and Cognition (CLCG), Faculty of Arts & Research School for Behavioural and Cognitive Neurosciences (BCN), University Medical Centre; University of Groningen
  • Catharina M.J. de Wild
  • Felix I.C.R.S. de Jong

Samenvatting

Om de samenhang te onderzoeken tussen het type fonetogram en de psychosociale impact op het dagelijks leven werd bij 173 vrouwelijke stempatiënten in de leeftijd van 18 tot 64 jaar, gemiddelde leeftijd 36 jaar, de Voice Handicap Index (VHI) afgenomen. Daarnaast werd bij alle patiënten een fonetogram afgenomen. Deze werden naar Schutte ingedeeld in 4 typen: groot, middelgroot, discongruent en klein. De grootste groep patiënten (45,1%) bleek een middelgroot fonetogram te hebben. Het discongruente fonetogram kwam slechts bij 8,1% van de patiënten voor. Ongeveer de helft van de patiënten bleek een stemplooilaesie te hebben, de andere helft vertoonde geen pathologische afwijkingen. Patiënten met een stemplooilaesie scoorden significant hoger op de P-subschaal van de VHI (p=.007) dan de andere patiënten. Voor de totale VHI score werd geen significant verschil gevonden. Bij de stempatiënten met een stemplooilaesie werd significant vaker een discongruent en een klein fonetogram gevonden (p = 0,010). Patiënten met een klein of een discongruent fonetogram scoorden ten opzichte van de middelgrote en grote fonetogram significant hoger op de VHI. Er werd een duidelijke oplopende tendens gevonden van groot naar klein. Tussen de kleine en discongruente fonetogrammen werd geen significant verschil gevonden. Dit onderzoek toont duidelijk aan dat patiënten met een klein of een discongruent fonetogram een grotere psychosociale impact van hun stemstoornis ervaren dan patiënten met een middelgroot of groot fonetogram.

Gepubliceerd

2006-12-01

Nummer

Sectie

Artikelen